zaterdag 3 april 2010

Meer mens met minder migranten

ENCINA NAVAN - 03 APRIL 2010

In 2060 wonen er net zoveel niet-westerse allochtonen in Nederland als westerlingen.
Hoe zou ons land er hebben uitgezien zonder migranten?

In 1960 telde Nederland 11.417.254 inwoners. Sindsdien zijn er ruim 5 miljoen bijgekomen (CBS, tabel). In dat jaar 1960 was het aantal buitenlanders in Nederland te verwaarlozen, namelijk 107.000 personen. In 2009 wonen er inmiddels bijna 3,3 miljoen allochtonen in Nederland, waarvan 1,8 niet-westerse.

Het jaar 1960 is een scharnierpunt in de ontwikkeling van het geboortecijfer in Nederland. In de jaren na 1960 daalt het gemiddeld aantal kinderen per vrouw dramatisch om rond 1980 op de 1,6 te blijven steken (CBS, tabel). Niet-westerse allochtonen uit Afrika krijgen gemiddeld 2,4 kind en Marokkanen 2,9, Turken 2,1 (CBS, tabel). Het algemene beeld is dat westerse allochtonen net zoveel kinderen krijgen als Nederlanders, of zelfs minder, terwijl de niet-westerse boven het gemiddelde zitten.


Als de bevolking van Nederland alleen de resultante zou zijn van geboorte en sterfte, dan zou het aandeel van Nederlanders (en westerse allochtonen) elke generatie ongeveer met 25 % afnemen. Een generatie telt ongeveer 29 jaar omdat op die leeftijd de westerse vrouw gemiddeld haar eerste kind krijgt.
De toename van niet-westerse allochtonen is moeilijker te berekenen, omdat de leeftijdsopbouw van die populatie anders is dan die van Nederlanders en westerse allochtonen. Deze populatie verdubbelt ongeveer elke 25 jaar door geboorte en immigratie. Omdat deze populatie (relatief) twee maal zoveel jongeren onder de 15 jaar telt als de Nederlanders, en dus twee maal zoveel gezinnen gaan vormen, zal deze ontwikkeling zich in de komende generatie ZEKER voortzetten.

Rond 2060 zal Nederland 8 miljoen niet-westerse allochtonen tellen tegen 8 miljoen Nederlanders en westerse allochtonen. Van deze 8 miljoen zal de meerderheid moslim zijn, omdat zij binnen de niet-westerse allochtonen de hoogste vruchtbaarheidscijfers hebben. Omdat de samenstelling van de populatie zo jong is, is het onmogelijk om deze veranderingen tegen te gaan zonder een actief overheidsbeleid.

In de periode 1961-1994 zijn er 2,95 miljoen mensen naar ons land gemigreerd (CBS, tabel).

In de periode 1995-2008 zijn er 1,6 miljoen mensen naar ons land gemigreerd (CBS, tabel).

Alleen al door immigratie is de bevolking van Nederland met 3,5 miljoen mensen toegenomen sinds 1960. Daarnaast heeft het niet-westerse aandeel van deze migranten een bovengemiddelde natuurlijke aanwas. Het verschil tussen de 3,5 miljoen immigranten en de 3,3 miljoen huidige allochtonen wordt veroorzaakt door sterfte, remigratie en verandering in de manier van tellen door het CBS.

Laten we eens onderzoeken hoe Nederland er had uitgezien indien de regeringen van toen meer wijsheid hadden getoond.

De tabel die dit het meest duidelijk toont wordt verstrekt door het CBS (tabel). Deze tabel toont dat in 1980 het geboortecijfer weer gaat toenemen als gevolg van de immigratie van gezinsvormers met hoge kindertallen.

Zonder immigratie en de geboorten die voortvloeit uit deze immigratie zou het aantal levendgeborenen nog enige tijd een daling hebben vertoond.

Kunnen we uitrekenen hoe groot het aandeel van niet-westerse immigratie is in het geboortecijfer? Dit kan op twee manieren, namelijk door het combineren van tabellen over bevolkingssamenstelling en immigratie, en daarnaast door te kijken hoe groot de cohorten in het verleden waren.

We nemen de bevolkingspiramide van Nederland en zetten het pijltje onderin op bijvoorbeeld 1980. De piramide wordt snel smaller aan de onderkant. Omdat we in 2010 precies één generatie verder zijn, zou dit cohort zonder immigratie nu nog maar 0,75 x 85.000 vrouwen tellen, dus ongeveer 63.000 vrouwen.

Het gerealiseerde cohort bedraagt echter 90.000 vrouwen.

Zonder immigratie zou het hele cohort van 2010 ongeveer 126.000 personen hebben geteld, terwijl dat nu dus 180.000 is. Omdat de immigratie op die leeftijd verwaarloosbaar is, moet dit verschil bijna geheel uit niet-westerse geboorten voortkomen.

Het aantal levendgeborenen, nog steeds zonder immigratie, zou in de periode 1973 tot 2010 geleidelijk gedaald zijn van 194.993 tot ongeveer 126.000. Het aantal overledenen zou iets lager zijn dan nu het geval is, maar ook hier heeft de aanwezigheid van niet-westerse bevolkingsgroepen niet zo veel uit, omdat hun leeftijdssamenstelling relatief erg jong is ten opzichte van de autochtone bevolking. De toename die de CBS tabel zou zich ook hebben voorgedaan zonder immigratie, maar dan iets minder sterk.

Rond het jaar 2000 zou het aantal sterfgevallen het aantal levendgeborenen hebben overtroffen. Op dat moment zou Nederland natuurlijk niet de 15,8 miljoen inwoners gehad hebben die op 1 januari 2000 werden geregistreerd. Het zouden er 14 miljoen zijn geweest, hetzelfde als in 1980. Vanaf 2000 zou de bevolking elk jaar met 10 tot 20 duizend personen afnemen door natuurlijk verloop.

Samengevat: de immigratie van 1,8 miljoen niet-westerse allochtonen heeft daarnaast een extra natuurlijke aanwas van 0,8 miljoen geboorten veroorzaakt. Van de emigratie moeten we ongeveer twee derde toerekenen aan Nederlanders en westerse allochtonen, die na een aantal jaren terugkeren naar hun land (blijkt uit dit pdf-document). De emigratie van niet-westerse allochtonen bedraagt hiervan ongeveer 0,3 miljoen, dit is een negatieve correctiefactor. Een selectief beleid ten aanzien van de immigratie van niet-westerse allochtonen zou de bevolking van Nederland dus met 2,3 miljoen mensen verminderd hebben.

Daarnaast zijn er nog westerse allochtonen die niet uit EU-landen komen en waar dezelfde selectiviteit op had kunnen worden toegepast. Zonder de westerse allochtonen zou Nederland nog een keer 2,5 miljoen minder inwoners hebben geteld.

Zonder immigratie zou Nederland nu ongeveer 11 miljoen inwoners hebben gehad, dus net zo veel als in 1960.

De geschetste ontwikkeling zou uiteraard enorme gevolgen hebben gehad voor de ruimtelijke ordening van Nederland.

Een groot aantal steden en wijken zou niet gebouwd zijn, zoals: Almere, Vathorst, Leidse Rijn, Zeewolde. De extra druk op de infrastructuur die is ontstaan omdat mensen verder weg gingen wonen zou zich niet hebben voorgedaan. De problemen tussen niet-westerse allochtonen en de overige groepen zouden zich niet hebben voorgedaan.

We zouden ons meer mens hebben gevoeld met minder migranten.

Na 1973 is in alle jaren de immigratie belangrijker als groeifactor dan de natuurlijke aanwas. Het jaar 1973 is demografisch gezien een scharnierjaar. Niet alleen neemt het geboorteoverschot verder af om in 2007 een voorlopig dieptepunt te bereiken, maar is het aandeel van niet-westerse geboorten steeds groter in dit geboorteoverschot. Het kindertal per niet-westerse vrouw daalt weliswaar gestaag, maar deze daling wordt te niet gedaan door de toename van de groep, zodat de absolute toename gelijk blijft of zelfs groeit.

De tabel toont bovendien dat er in de periode 1988-2009 maar liefst 1,9 miljoen mensen vertrokken zijn uit Nederland. Uit een andere tabel blijkt dat het emigratiesaldo van Nederlanders in de periode 1995-2008 maar liefst 300.000 bedroeg.

Meer over de gevolgen van immigratie die afgedwongen wordt door de overheid:

Zonder kilometerheffing toch nooit meer files

Hoe snel zal Nederland islamiseren? (1),  (2),  (3)(4)