woensdag 11 september 2013

Flashback: Het Moslim Broederschap Project

door Patrick Poole,11 mei, 2006

Stelt u zich eens voor: internationale politiemachten en Westerse geheime diensten ontdekken een twintig jaar oud document, opgesteld door de oudste islamistische organisatie ter wereld met één van de grootste terreurnetwerken; een document dat een uiterst geheim plan onthult om een “culturele invasie”en uiteindelijke verovering van het Westen op gang te brengen dat een vrijwel exacte afspiegeling is van de tactieken die meer dan twintig jaar lang door de islamisten zijn gebruikt. Men zou toch denken dat zulk nieuws in vette koppen op de voorpagina’s van de New York Times, Washington Post, London Times, Le Monde, Bild, en La Republica zou worden gepubliceerd .
Als u dat had gedacht, had u het goed mis.

De Zwitserse autoriteiten hebben bij een inval op november 2001, twee maanden na de verschrikkelijke gebeurtenissen van 11 september inderdaad de hand gelegd op zo’n document. Sindsdien is informatie over dit document, in contraterrorisme-kringen bekend als “Het Project” en elke discussie omtrent de inhoud beperkt gebleven tot de uiterst geheime wereld van de Westerse geheime diensten. Alleen door het werk van een moedige Zwitserse journalist, Sylvain Besson van Le Temps, en zijn in oktober 2005 gepubliceerde boek, La conquête de l'Occident: Le projet secret des Islamistes (De Verovering van het Westen: Het geheime project van de islamisten) is informatie over Het Project eindelijk openbaar geworden. Een door Besson geciteerde Westerse functionaris heeft Het Project omschreven als “een totalitaire ideologie van infiltratie die uiteindelijk het grootste gevaar vormt voor de Europese maatschappijen.”

Wat Westerse inlichtingendiensten over Het Project weten begint met de inval in een luxueuze villa in Campione, Zwitserland, op 7 november, 2001. Het doelwit van de inval was Youssef Nada, directeur van de Al-Taqwa Bank van Lugano, die meer dan 50 jaar lang actief met de Moslim Broederschap heeft samengewerkt en die toegaf een van de internationale leiders van de organisatie te zijn. De Moslim Broederschap, die als de oudste en één van de belangrijkste islamistische bewegingen in de wereld wordt beschouwd, werd in 1928 gesticht door Hasan al-Banna met als motto: “Allah is ons doel, de Profeet onze leider, de Koran is onze wet, jihad is ons pad, sterven in de naam van Allah is ons hoogste streven.”

De inval werd uitgevoerd door Zwitserse ordediensten op verzoek van het Witte Huis in het begin van de campagne tegen de financiering van het terrorisme in de onmiddellijke nasleep van 11 september. De VS en Zwitserland hadden onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van Al-Taqwa bij het witwassen van geld en het financieren van een lange reeks islamitische terroristische groeperingen waaronder Al-Qaeda, HAMAS (de Palestijnse tak van de Moslim Broederschap), de Algerijnse GIA en de Tunesische Ennahdah.

In de documenten die tijdens de inval in Nada’s Zwitserse villa in beslag werden genomen was een in Arabisch geschreven plan van veertien bladzijden, gedateerd op 1 december, 1982, dat een strategie van 12 punten schetst om “een islamitische regering op aarde te vestigen” – genaamd Het Project. Volgens een verklaring van Nada tegenover de Zwitserse autoriteiten was het ongetekende document opgesteld door “islamitische onderzoekers” die betrokken waren bij de Moslim Broederschap.

Wat Het Project zo anders maakt dan de standaard islamistische retoriek van “Dood aan Amerika! Dood aan Israël!” en “Sticht een wereldwijd kalifaat!” is de flexibele benadering van de “culturele invasie” van het Westen in meerdere fasen en op lange termijn. Het Project roept op om gebruik te maken van diverse tactieken, van immigratie, infiltratie, surveillance, propaganda, protesten, bedrog, politieke legitimiteit en terrorisme, heeft langer dan twee decennia dienst gedaan als “blauwdruk” voor de Moslim Broederschap. Zoals een aantal voorbeelden uit heel Europa laten zien – inclusief de politieke erkenning van parallelle islamistische overheidsorganisaties in Zweden, de recente “cartoon” jihad in Denemarken, het in de brand steken van auto’s gedurende de Parijse intifada vorige november, en de terroristische aanslag van 7/7 in Londen – is het in Het Project geschetste plan een overweldigend succes.

In plaats van zich te concentreren op terrorisme als de enige methode om actie te voeren voor de groep, zoals het geval is met Al-Qaeda, valt het gebruik van terreur op perfect postmoderne wijze in een veelvoud aan beschikbare opties om in toenemende mate te infiltreren, confronteren en uiteindelijk de islamitische heerschappij over het Westen te vestigen. Onder de vele aanbevelingen die in Het Project worden gedaan vallen de volgende tactieken en technieken:
  • Netwerken met en het coördineren van acties met gelijkgestemde islamistische organisaties.
  • Het vermijden van open allianties met bekende terroristische organisaties en individuen om de schijn van “gematigdheid” op te houden.
  • Infiltreren in en overname van bestaande moslimorganisaties om ze op één lijn te stellen met de collectieve doelstellingen van de Moslim Broederschap.
  • Gebruik maken van misleiding om de voorgenomen bedoelingen van islamistische acties te maskeren, zolang dit niet tegenstrijdig is met de wetten van de sharia.
  • Het vermijden van lokale, nationale en globale conflicten met Westerlingen die op de lange termijn het vermogen om de islamistische machtsbasis in het Westen uit te breiden schade zouden kunnen berokkenen of die een negatieve reactie tegen moslims zouden kunnen veroorzaken.
  • Het opzetten van financiële netwerken om de bekering van het Westen te financieren, inclusief de ondersteuning door fulltime bestuurders en medewerkers;
    Verkennen, gegevens verzamelen, en het opbouwen van capaciteit om gegevens te verzamelen en op te slaan.
  • Het opzetten van een controlesysteem om toe te zien op de Westerse media om moslims te waarschuwen voor “tegen moslims gerichte internationale samenzweringen”.
  • Het ontwikkelen van een islamistische intellectuele gemeenschap, inclusief het opzetten van studiecentra en belangenorganisaties, het publiceren van “academische” studies om de islamistische positie te legitimeren en de geschiedenis van de islamistische bewegingen te boek te stellen.
  • De ontwikkeling van een allesomvattend honderd-jaren-plan om de islamistische ideologie over de hele wereld te bevorderen.
  • Internationale doelstellingen afwegen tegen plaatselijke flexibiliteit.
  • Het creëren van uitgebreide sociale netwerken van scholen, ziekenhuizen en liefdadigheidsinstellingen die de islamitische idealen zijn toegedaan, zodat moslims in het Westen constant in contact staan met de beweging.
  • Het betrekken van moslims die onze ideologie trouw zijn bij democratisch gekozen instellingen op alle niveaus in het Westen, inclusief overheid, NGO’s, particuliere instellingen en vakbonden.
  • Gebruik maken van bestaande Westerse instellingen tot ze kunnen worden overgenomen in dienst van de islam.
  • Het opstellen van islamitische grondwetten, wetten en beleid voor uiteindelijke ten uitvoerlegging.
  • Conflicten binnen de islamistische bewegingen op alle niveaus vermijden, inclusief de ontwikkeling van processen om conflicten op te lossen.
  • Allianties sluiten met Westerse “progressieve” organisaties met vergelijkbare doelstellingen.
  • Autonome “veiligheidstroepen” organiseren om moslims in het Westen te beschermen.
  • Geweld ontketenen om de moslims die in het Westen wonen “in de stemming te houden voor jihad”.
  • Jihad-bewegingen in de hele islamitische wereld ondersteunen door preken, propaganda en financiële, personele en operationele steun.
  • Zorgen dat de Palestijnse kwestie wereldwijd een wig drijft tussen moslims en het Westen.
  • De bevrijding van heel Palestina uit handen van Israel en de oprichting daar van een islamitische staat tot een hoeksteen maken van het plan voor globale islamitische overheersing.
  • Een doorlopende campagne op touw zetten om onder de moslims haat tegen de joden op te wekken en elke discussie over verzoening of co-existentie met hen af te wijzen.
  • Het actief oprichten van jihad-terreurcellen in Palestina.
  • De terroristische activiteiten in Palestina verbinden met de wereldwijde terreurbeweging.
  • Voldoende geld inzamelen om de jihad wereldwijd voor onbepaalde tijd voort te zetten en te ondersteunen.
Bij het lezen van Het Project moet men in gedachten houden dat het document in 1982 werd opgesteld, toen de huidige spanningen en terroristische activiteiten in het Midden Oosten nog in de kinderschoenen stonden. In veel opzichten loopt Het Project uitermate duidelijk vooruit op het leeuwendeel van de islamistische activiteiten gedurende de afgelopen twee decennia, zowel van “gematigde” islamistische organisaties als van uitgesproken terroristische groepen.

Het grootste deel van wat tegenwoordig openbaar is gemaakt over Het Project is het resultaat van onderzoek door Sylvain Besson, inclusief zijn boek en een artikel daarover in het Zwitserse dagblad, Le Temps, “L'islamisme à la conquête du monde” (Het islamisme en de verovering van de wereld), waarin zijn boek, dat alleen in een Franstalige uitgave beschikbaar is, wordt geschetst. Minstens één Egyptische krant, Al-Mussawar, publiceerde de Arabische tekst van Het Project vorige november in zijn geheel.

In de Engelstalige pers is bijna geen aandacht geschonken aan Bessons onthullingen betreffende Het Project. De enige vermelding in de oude media in de VS is te vinden in een artikel in de Weekly Standard (20 februari, 2006) van Olivier Guitta, The Cartoon Jihad. Het meest uitgebreide commentaar op Het Project is geschreven door een in Londen woonachtige Amerikaanse onderzoeker en journalist, Scott Burgess, die zijn analyse van het document op zijn blog, The Daily Ablution heeft gepubliceerd. Een Engelse vertaling van de Franse tekst van Het Project werd samen met zijn commentaar in december 2006 in een reeks afleveringen gepubliceerd (delen I, II, III, IV, V, Conclusion). De volledige Engelse vertaling van dhr. Burgess wordt daar met zijn toestemming in zijn geheel aangeboden.

Niettegenstaande het ontbreken van een openbare discussie over Het Project zijn het document en het daarin geschetste plan onderwerp geweest van aanzienlijke discussies onder de Westerse inlichtingendiensten. Eén antiterrorisme-functionaris die met Besson over Het Project heeft gesproken en die in Guitta’s artikel in de Weekly Standard wordt genoemd is de huidige autoriteit op het gebied van terrorisme, Juan Zarate. Hij noemde Het Project een blauwdruk van de Moslim Broederschap voor “het verspreiden van hun politieke ideologie” en uitte zijn bezorgdheid omdat “de Moslim Broederschap een groep is die ons zorgen baart, niet omdat ze zich bezighoudt met filosofische of ideologische ideeën, maar omdat ze het gebruik van geweld tegen burgers verdedigen.”

Eén befaamde internationale geleerde en kenner van Islamistische bewegingen die ook met Besson heeft gesproken, Reuven Paz, sprak over Het Project in zijn historische context:

Het Project maakte deel uit van het handvest van de internationale organisatie van de Moslim Broederschap die officieel werd opgericht op 29 juli 1982. Het is een weergave van een uitgebreid plan dat in de jaren 60 nieuw leven werd ingeblazen door de immigratie van hoofdzakelijk Syrische en Egyptische intellectuelen van de Broederschap naar Europa.

Zoals Paz opmerkt werd Het Project in 1982 opgesteld door de Moslim Broederschap als onderdeel van hun handvest, een periode die wordt gekenmerkt door een opleving van zijn organisatorische uitbreiding op internationaal niveau, evenals door een keerpunt in de afwisselende periodes van repressie en tolerantie door de Egyptische regering. In 1952 speelde de organisatie een cruciale ondersteunende rol voor de Vrije Officieren, een beweging geleid door Gamal Abdul Nasser, die koning Faroek van de troon stootte maar die al snel uit de gunst raakte bij het nieuwe revolutionaire regime omdat Nasser weigerde gehoor te geven aan de roep van de Moslim Broederschap om een op de Islamitische ideologie gestoelde staat op te richten. Sinds de Juli Revolutie in 1952 is de Broederschap regelmatig in de ban gedaan en zijn de leiders door de Egyptische autoriteiten ter dood gebracht en gevangen gezet.

Sinds 1982 heeft de Moslim Broederschap zijn netwerk over het Midden-Oosten, Europa en zelfs Amerika uitgebreid. In eigen land in Egypte won de Moslim Broederschap 20 procent van de beschikbare wetgevende zetels in de parlementaire verkiezingen van 2005, zodat ze het grootste oppositieblok vormen. De Palestijnse afdeling, in de hele wereld bekend als HAMAS, kreeg onlangs de macht in handen in de Palestijnse Autoriteit nadat ze bij de verkiezingen 74 van de 132 zetels in de Palestinian Legislative Council wonnen. De Syrische tak is historisch gezien de grootste georganiseerde oppositiegroep tegen het regiem van Assad, en de organisatie heeft afdelingen in Jordanië, Soedan, en Irak. In de VS wordt de Moslim Broederschap voornamelijk vertegenwoordigd door de Muslim American Society (MAS).

De Moslim Broederschap heeft vanaf haar oprichting gepleit voor het toepassen van terrorisme als een middel om haar agenda van islamitische wereldoverheersing te bevorderen. Maar als de grootste radicale volksbeweging in de islamitische wereld heeft ze veel leidende islamitische intellectuelen aangetrokken. Onder deze groep van Moslim Broederschap-intellectuelen bevindt zich Youssef Qaradawi, een in Egypte geboren islamistische geestelijke, die in Qatar zijn hoofdkwartier heeft.

Qaradawi, een van de leidende spirituele figuren binnen de Moslim Broederschap en onder de islamitische predikers (hij heeft zijn eigen wekelijkse programma op Al-Jazeera), is een van de belangrijkste apologeten geweest wat betreft zelfmoordaanslagen in Israel en terrorisme tegen Westerse belangen in het Midden Oosten. Zowel Sylvain Besson en Scott Burgess leveren uitgebreide vergelijkingen tussen Qaradawi’s publicatie Priorities of the Islamic Movement in the Coming Phase, gepubliceerd in 1990, en Het Project, dat acht jaar voor Qaradawi’s Priorities verscheen. Ze vestigen de aandacht op de opvallende overeenkomsten in het taalgebruik en de plannen en methoden die de beide documenten aanbevelen. Men speculeert dat Het Project door Qaradawi werd gebruikt als een sjabloon voor zijn eigen werk, of dat hij betrokken was geweest bij het opstellen ervan in 1982. Het is misschien toeval dat Qaradawi de op drie na grootste aandeelhouder was in de Al-Taqwa Bank van Lugano, waarvan de directeur, Youssef Nada, de persoon was bij wie Het Project werd aangetroffen. Sinds 1999 is Qaradawi de toegang tot de VS verboden als gevolg van zijn connecties met terroristische organisaties en zijn openlijk pleiten voor terrorisme.

Voor degenen die Het Project hebben gelezen, is het meest zorgwekkende niet dat islamisten een plan hebben ontwikkeld om de wereld te overheersen; door experts werd al aangenomen dat islamistische organisaties en terroristische groeperingen vanuit een overeengekomen reeks algemene principes, netwerken en methodologiën hebben geopereerd. Het verrassende is hoe effectief het islamistische veroveringsplan dat in Het Project wordt geschetst gedurende twee decennia door moslims in het Westen is geïmplementeerd. Even zorgwekkend is de achterliggende ideologie van het plan: haat en geweld ontketenen tegen joodse bevolkingsgroepen over de hele wereld; het welbewust overnemen en ondermijnen van Westerse publieke en particuliere instellingen; de aanbeveling van een tactiek van doelbewust escalerende confrontatie van in het Westen wonende moslims tegen hun buren en medeburgers; het accepteren van terrorisme als een legitieme optie om hun doel te bereiken en de onvermijdelijke realiteit van jihad tegen non-moslims; en het uiteindelijke doel om met geweld de islamitische heerschappij van het kalifaat door sharia in het Westen, en uiteindelijk over de hele wereld, in te voeren.

Als de praktijk die we de laatste kwart eeuw in Europa en de VS hebben gezien een indicatie is, dan moeten de “islamitische onderzoekers” die Het Project meer dan twee decennia geleden opstelden, ingenomen zijn dat hun lange-termijnplan om het Westen te veroveren en de groene vlag van de islam over zijn burgers te hijsen zo snel, efficiënt en volledig verwezenlijkt wordt.. Als de islamisten in de komende jaren net zo succesvol blijken, dan kunnen de westerlingen maar beter van hun persoonlijke en politieke vrijheden genieten zolang het duurt.

Zie ook:

De islam als veroveringsideologie

en:

Die vreedzame meerderheid doet er niet toe

Om de oorspronkelijke Engelse versie van Het Project te lezen, klik hier: